De DEINGES van de maand
verzamelpagina 2006


De vernieuwde rubriek schuwt niet de diepere vragen waar zowel in gedichten naar verwezen wordt als welke in de hedendaagse wetenschap en kennisleer aan de orde zijn.

Ondertussen zijn de verjarenden van het prikbord afgevoerd en verdween, ondanks alle mooie beloften, ook de webdichter met de noorderzon. De webbeheerder heeft dan in augustus nog eens geprobeerd om zelf maar eens "een poëtisch conterfeitsel te breien", maar vond het na één keer verstandig om 'bij zijn leest te blijven' en de expressies van de diepste zieleroerselen toch maar over te laten aan wie zich "een God in 't diepst van zijn gedachten" meent te weten. Maar, viel (voor het eerst) daar toch maar een gat in het Bunderweb ...

Niet getreurd echter. Dra bood de wetenschap zich aan om in een geest van constructieve samenwerking met de poëten de rubriek verder in te vullen en vorm te geven. "Wa komen ze daar toch allemaal goed overeen, daar in die Bunderredactie!" was de reactie van velen. Over één ding was men het echter niet zo vlug eens. Wetenschap kan dan wel immens mooi zijn, maar een gedicht is het nou toch ook weer niet. Een passende naam vinden voor de verruimde rubriek was niet zo gemakkelijk! Tot iemand van de redactie toevallig Firmin Crets tegen het lijf liep -je weet wel, dienen 'aauwen boxeur' hier in het Gentse, den dienen van: "hoe heet da nu were ... die ..., die ... deinges ...?". En meteen had het kind zijn nieuwe naam: de DEINGES van de maand, en kreeg het meteen ook zijn volwaardige plaats, op een eigen pagina naast o.m. het prikbord en de nieuws- en reportagepagina's.

Enne, zoals wel meer voorkomt in dit web, staan ook op deze verzamelpagina de oudste 'deinges' onderaan.

november - december - januari (dertiende maand van 2006)

Vieze beestenterminologie (taalkunde (weeral ...), allé goed, ook een beetje theoretische en toegepaste biologische wetenschap)
November & december: de gewervelden (vertebrata)

Voor de gelegenheid, en meer speciaal omdat ze ons in de keuken of op de feesttafel bekend voorkomen, in het geval wel eens vakkundig onherkenbaar versneden, hetzij 'meesterlijk' verwerkt door de k(l)eur- (en geur-)slager of door het betreffend segment van de voedselverwerkende industrie, dit vlees-, vis-, en gevogeltedeinges deze maand.

 
De gewervelden bezitten, samen met de slijmprikken allemaal een schedel (craniata). Het zijn allemaal dieren met ruggenwervels:
> behalve de prikken, parasitair levende kaaklozen (agnatha), zijn het allemaal
> dieren met kaken (gnathostomata):
> op de kraakbeenvissen (chondrichthyes) na, de haaien en de roggen, zijn het allemaal
> 'osteichtyes': beenvisachtige dieren (vissen en viervoeters):
> de meeste vissen die we kennen zijn straalvinnigen (actinopterygii), met o.m.
> de (kraakbeen-)steuren, de chondrostei (kraakbeenganoïden), en
> de echte beenvissen, de teleostei, de bekenste groep,
> naast de sarcopterygii, de spiervinnigen waarvan de vinnen eerder aan poten doen denken en de viervoeters:
> daaronder vinden we de coelacanten (de kwastvinnigen), levende fossielen, en de
> choanata:
> met de longvissen (dipnoi) gaan we voor het eerst aan land, samen natuurlijk met de
> viervoeters (tetrapoda):
> naast de amfibieën (amphibia) die voor hun ontwikkeling nog watergebonden zijn, hebben zich
> de amniota ontwikkeld, dieren die voortplanten via een ei voorzien van een amnionvlies, waardoor de ontwikkeling buiten het water kan plaatsvinden. Vanaf hier wordt op basis van de schedel onderscheiden:
> de anapsiden, w.o.  
> de schildpadden (testudines).
> de diapsiden, w.o.
> de krokodillen (crocodilia).
> de dinosaurussen waarvan afgestamd:
> de vogels (aves).
> de synapside zoogdieren en zoogdierachtige reptielen, met o.m.:
> de zoogdieren (mammalia).

Dít is een voorbeeld van een cladistische indeling in de biologie. Je kunt er m.a.w. enigszins de evolutielijn van een aantal diergroepen in aflezen.

Maar wat krijgen we daar nou van op ons bord?

Meer dan je denkt!
Zoveel is een feit. Wij leven nou eenmaal in dat luxedeeltje van de wereld waar wij het ons kunnen permiteren om de keuze te maken waar en wanneer we ons wat kunnen aanschaffen om te bereiden of gewoonweg bereid te consumeren. De tijd waarin de mannen op jacht (of visvangst) moesten en de vrouwen hun dagelijkse bezigheid hadden om alles wat eetbaar was te verzamelen, ligt al ver achter ons. Maar toch is het nog niet zo heel lang geleden dat een aanzienlijk deel van de niet-stedelijke bevolking zelf zijn kostje 'bijspijsde' door, naast de groenten uit 'den lochting', er enig vee (een varken b.v. ) of wat gevogelte (kippen, ...) op na te houden of de gewone voeding aanvulde met al eens een haas of een konijntje, met van het veld of uit de lucht geplukte vogels (patrijzen en fazanten, spreeuwen, ...) of in de beken en rivieren allerhande zelf gevangen vissen. Toen, een halve eeuw terug, mocht en kon dit nog allemaal. De dag van vandaag ligt dit anders. De bevolking en verstedelijking is dermate toegenomen dat om te voorzien in haar primaire behoeften als eten en drinken, dit alleen nog mogelijk is op een industrieel georganiseerde manier en schaal.

De verscheidenheid van het aanbod op ons bord is groot, groter dan ooit, en ook 'ons kookboek' is bijzonder uitgebreid (er zijn er in ieder geval genoeg en wie verlegen zit om nóg een receptje kan desnoods terecht in dat immense gerechtenweb op het internet). Dit is geen nieuw kookboek dus, maar eens een 'bloemlezing' met de basisingrediënten van alle dat mooie dat voor onze hedendaagse (of vroegere) keuken in aanmerking komt (of kwam), leek ons een beter idee en niets belet dat bij het uitgangsmateriaal voor die keuken, mogelijke of favoriete bereidingswijzen en kooktips kunnen meegegeven worden. Toch een beetje kookboek dus. De wel meer gestelde vraag "wat gaan we nú weer eten?" kan vanaf nu beantwoord worden met iets anders dan "eens iets anders", al ware het maar "'t zelfde, maar nekeer anders klaargemaakt".
En de mogelijkheden zijn legio, ... meer dan je denkt dus.

In de volgorde van de presentatie van al die diertjes groot en klein, respecteren wij de systematiek uit de 'oeroude' biologie.
Af en toe wordt wel eens een zijsprongetje gemaakt naar niet-gastronomische aspecten van dit rijkelijk aanbod uit de levende wereld. Ook wordt wel eens kort stilgestaan bij de bedreigingen voor het voortbestaan van die lekkere biologische diversiteit op deze aarde en de problemen die de organisatie van menselijke voedselvoorziening op die industriële schaal nu en in de toekomst kunnen hypthekeren.

We beginnen met een uitgebreid eerste hoofstuk over:

De VISSEN

Volgen:

De VIERVOETERS

om in schoonheid te eindigen met

De ONGEWERVELDEN

oktober, toemaatje

Gedicht (G. Gezelle)

Overal vind je wel een criticasterke, zo'n etterke dat zijn bestaansrecht in de communauteit meent te moeten (kunnen) verantwoorden door kritiek te geven op van alles en nog wat (en vaak door niets anders dan dat), door halsstarrig te moeten beweren en repeteren dat 'ze' maar eens dit of dat 'ze' maar eens dat, vaak ook gevolgd door 'dat ze ze ollemol maar eens moesten ...'.
Wel meer dan eens gehuil in koor, collectief gelul tegen de maan op.

Gezelle (1830-1899), uit het authentiekste Vlaamse hout gesneden, schreef er 110 jaar geleden al een gedicht over.

IK GA

Deur hore en more moet ik,
deur dikke en dinne gaan,
en overal ontmoete ik
mij boozen, langs de baan.

Ze schelden en ze schrikken,
ze schimpen en ze slaan;
ze wegen en ze wikken:
"Hoe deernis hem gedaan?"

Ze zeggen, en ze zullen
mij vatten en mij vaân!
De dommen en de dullen:
ze 'n durvender niet aan!

Me ‘n roek's! Ik laat ze zwetsen,
ze brouwen en ze braân,
ze glijden en ze gletsen:
ik ga, - zij blijven staan!

11/10/1896

oktober

Deze maand: woks in a name? (taalkunde)

wok (Pidgin): werk, job. Zo ook 'wokman' (Eng.: workman, worker), 'hatwok' (Eng.: work hard), 'wok had dis pipl'. ('deze mensen werken hard'), 'wok meri' (Eng.: women's work), ... In tegenstelling tot wat je misschien zoudt verwachten is 'wok' geen vertaling van het Engelse 'to walk' (cfr. 'Tok Pisin', de pidgintaal gesproken in Papua New Guinea, woord overgenomen uit het Engels '(to) talk pidgin'.

In het Westvlaams Wide Web konden we voornamelijk via de zoekmachine van 'Hoehel' ook een en ander te weten komen over het gebruik van het woord 'wok'.
wok
(West-Vlaams): twoapetrekkingn of tegoaretrekkingn -naar we veronderstellen- van 'we' en 'ook', alhoewel die 'we' er blijkbaar niet altijd bij hoeft te horen zoals onderstaand autochtoon prozastukje illustreert:

'k Stoenge gistern in de file en diene noto neevens mie droijt allemettekeir zin rutte open ...
Ek peinzn "den dien wil mie entwat vroagen". 
Dus ik droijen kik wok min rutte open ...
Zegt dien gast teegn mie: "eij o-ek en schète eloaten?"

(noteer dat de samentrekking van 'gie' en 'ook' niet 'wok' is, maar 'o-ek'!)

wok: een bolronde pan die in de Oosterse keuken wordt gebruikt. De Chinese wok heeft een lange steel en is meestal gemaakt van plaatstaal. Dit materiaal wordt zeer snel heet, geleid de warmte zeer goed waardoor voedingswaren erin snel dichtgeschroeid kunnen worden. De wadjan (of wadjang) wordt gebruikt in de Indonesische keuken. Deze pan lijkt op een wok, maar is wat minder diep, heeft handvatten in plaats van een steel en is meestal gemaakt van gietijzer.

wokken: roerbakken. Onder de woktechnieken is het roerbakken wellicht de bekendste. Het is een typische Chinese woktechniek waarbij de voorbereiding meestal meer tijd in beslag neemt dan het roerbakken zelf! Vooraf worden de ingrediënten bij voorkeur schuin (groter contactoppervlak!) in kleine stukjes gesneden. Twee vuistregels hierbij: hoe langer de gaartijd hoe kleiner de stukjes en hoe kleiner de stukjes, hoe sneller ze 'gaar' zullen zijn. De wok wordt verhit en (pas) daarna met een scheut hittebestendige, meestal een neutraalsmakende olie zoals arachide-, mais-, of zonnebloempitolie inge-olied. Wanneer het walmpunt bereikt is (de olie zeer heet is, maar niet verbrandt!), worden de ingrediënten in kleine porties onder hoge vlam (best op een krachtig gasvuur, indien mogelijk met speciale wokbek) en onder voortdurend roeren 'van binnen naar buiten' gebakken. Hierbij schroeien zij snel dicht aan de oppervlakte, krijgen een knapperig korstje, blijft hun structuur en frisse kleuren, smaken, vitamines en andere voedingsstoffen behouden. Het keukengerei (wokschep om het voedsel om te scheppen, wokkwast uit gespleten bamboestengels om de wok proper te houden tijdens het wokken, kommen om de gewokte ingrediënten in warm te houden, ...), maar vooral alle ingrediënten, ook de kruiden en sausen e.d.m. moeten klaar staan: het roerbakken zelf is een minutenproces! En zorg er meteen ook voor dat de tafel gedekt staat.
Wokken is niet alleen een snelle bereidingswijze, maar is bovendien economisch. Hoewel er sappig mals vlees wordt gebruikt, is er maar weinig van nodig, want het vlees wordt meestal samen met verschillende soorten groenten bereid. Omdat er voor de bereiding ook heel weinig vetstof nodig is, bevatten gewokte gerechten in regel weinig vet, weinig cholesterol en weinig calorieën.
Onderhoud van de wok is geen probleem. Doordat het voedsel voortdurend omgeroerd wordt, bakt het niet aan en is een zgn. 'ingebrande' en regelmatig gebruikte wok gemakkelijk schoon te houden: gewoon even onder warm water afspoelen, afdrogen en aan de binnenkant eventjes met olie instrijken. (Het mag inmiddels duidelijk zijn dat we het hier niet hebben over 'antiaanbak-wokken' (Tefal & co.) die niet weerstaan aan de typisch hoge woktemperaturen, noch over de al of niet meerlagige 'inox-pannen' die door notoire pannen- en pottenbedrijven onbehoorlijk prijselijk aangeboden worden!)

Heel wat courant beschikbare voedingsmiddelen kunnen gewokt worden. Komen onder meer in aanmerking:

vlees allerlei: varkensvlees (filet, spekvlees, gehakt, …), rundsvlees (biefstuk, rosbief, …), lamsvlees en gevogelte (kip, eend, kalkoen, …),
vaste vissoorten als kabeljauw, schelvis, zalmachtigen (zalm, forel, …), zeeduivel, harder, makreel, platvissen (schol, tong, bot, …), karper, zwaardvis, …,
schaaldieren zoals krabben, allerlei kreeften- en garnaalsoorten, gambastaarten, kreeftenscharen, ... en
schelpdieren
(venusschelpen, Sint-Jacobsschelpen, …),
groenten als broccoli, bloemkool, witte kool en savooikool, champignons en andere paddestoelen (oesterzwammen, shii-takes, ‘boschampignons’, …), wortel, ui (en andere alliumachtigen als sjalotten, zilveruitjes, knoflook, prei, …), sojascheuten, Chinese kool, spinazie, courgette, aubergine, ... en
fruit als ananas, mango, appel, peer, mandarijn, …
Opm: 'stevige' groenten, zoals sperziebonen en spruitjes, moeten eerst kort gekookt worden of in bouillon nagestoofd worden tot ze beetgaar zijn,
noedels gemaakt van rijst, boekweit, tarwe, …, and of course,
rijst (volle rijst, basmatirijst, Thaise rijst (Jasmijnrijst), …).

Sausje nodig? Voeg op het laatst wat vocht toe, zoals bouillon, balsamicoazijn, citroensap of tomatensap en eventueel een scheutje wijn, vermout of sherry. Ook sojasaus, vis- of oestersaus, e.d.m. komen in aanmerking. Binden kan, maar is niet echt aangewezen, zoniet zonde voor de smaakpapillen.

Vele Chinese, Japanse, Indische, Thaise, Indonesische e.a. Oosterse specialiteiten (voedingswaren, kruiden, sausen, ...) komen in aanmerking voor 'wokcreaties' met een exotische tint. Zij zijn tegen schappelijke prijzen verkrijgbaar in dito speciaalzaken, maar thans ook in heel wat supermarkten.

In de landen van het Verre Oosten is de wok de universele braadpan. Zij wordt voor allerlei bereidingen ingeschakeld. Ook hier kan dat, o.m. om te:

frituren. Niet in de veel gebruikte frituurolie van de frietketel, maar in goede, smaakneutrale olie (arachide- of maïskiemolie)!
Een wokring is hier een obligaat attribuut onder de wok. Ook al om ongelukken te voorkomen, wordt de pan nooit meer dan een derde met olie gevuld. Ververs de olie na twee of drie frituurbeurten.
Frituren kan op twee manieren: langzaam laten bruinen bij lage tot middelmatige temperatuur of snel bij hoge temperatuur zodat het gerecht knapperig blijft. Hou zeker in dat geval de porties klein. Schep de ingrediënten om zodat ze gelijkmatig bruin worden. Haal de gare hapjes met een schuimspaan van gevlochten draad uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier. Voor beginners is het gebruik van een oliethermometer aan te raden,
stoven. De ingrediënten met iets langere gaartijd kunnen eventueel eerst geroerbakt worden waarna ze in een bouillon op een laag vuur gaar gestoofd worden. Als je zonder deksel stooft, is regelmatig omroeren de boodschap en moet eventueel vocht toegevoegd worden,
stomen. Dit gebeurt onder deksel, traditioneel in een of meerdere (stapelbare) bamboemandjes. Stomen is heel geschikt voor fijne en fragiele eetwaren zoals gevulde deegpakketjes of -rolletjes, minder vaste vissoorten, etc. Hierbij wordt het water of -voor een extra-aroma- de bouillon in de wok aan de kook gebracht. Het bamboemandje wordt eerst in water gedompeld en vervolgens gevuld met de eetwaren waarna het in de wok geplaatst wordt (het mandje mag hierbij niet met het water of de bouillon in aanraking komen),
en ook bij de bereiding van soepen allerlei, voorgerechten en desserts kan de wok zijn diensten bewijzen.

En int Westvlams es da wok ezoa.

september

Oneliners, spreuken en citaten van de maand: wijsheid over 'ouder worden' (speciaal voor de nonkels en de tantes)

Spotten met ouderdom is het huis vernielen waar je vanavond in moet logeren. (China)

Men kan zowel jong sterven als oud geboren worden. (Jean Cocteau)

Mensen hebben twee wensen: oud worden en jong blijven.
Maar: De leeftijd is geen voorwendsel om oud te worden. (G. Slattery)

Mijn droom is jong te sterven op zeer hoge leeftijd. (Jeason)
want: Iedereen wil oud worden maar niemand wil het zijn.
of anders bekeken: Oud worden, is de kans hebben gemist om jong te sterven. (J.Vercammen)

Verouderen is vervelend, maar het enige middel dat men gevonden heeft om lang te leven. (Sainte-Beuve)
Of: Het is niet leuk om een jaar ouder te worden, maar het is nog altijd beter dan het alternatief.
Immers, bezie het langs de zonnige kant: hoe oud u ook bent, u bent jonger dan u ooit zult zijn.
En ook Toon Hermans beaamt het: Als je morgen even oud bent dan vandaag, ben je dood.
Schopenhauer (1788-1860) mag er een punt aan breien: Het afnemen van alle krachten, bij het toenemen van de ouderdom is stellig zeer droevig, maar het is noodzakelijk, daar anders de dood te zwaar zou vallen.

Maar: Beter is zich bezig te houden met leven toe te voegen aan de jaren, dan jaren toe te voegen aan het leven.

Een mens is slechts oud wanneer zijn klachten de plaats innemen van zijn dromen. (John Barrymore)

Verouderen?
Dit is langer jong blijven dan de anderen.
Of ook: Dit is zijn jeugd organiseren door de jaren heen. (Paul Eluard)

Wij stoppen niet met lachen bij het verouderen, maar worden oud als wij stoppen met lachen.
En er is hoop, toch voor de ernstigen onder ons (cfr. mei):
Hoe meer een mens tot volkomen ernst in staat is, des te hartelijker kan hij lachen. (A. Schopenhauer 1788-1860)

Trouwens: Hoe oud zou je zijn als je niet wist hoe oud je was? (Ruth Gordon)

Charme:
De jongeren kennen de regels, maar de ouderen kennen ook de uitzonderingen.
(O.H.) 
De jonge wijnstok geeft meer druiven; de oude geeft betere wijn.
(Bacon)
Knappe jonge mensen zijn een speling van de natuur. Knappe oude mensen zijn kunstwerken. (M.G.)

Toch maar: Uit beleefdheid sta ik nooit mijn plaats af aan een oude persoon. Dat is mijn manier om hem te laten weten dat hij nog jong is. (Sim)

Want, blijft evenwel:
Het zou oneindig veel leuker zijn als je op je tachtigste geboren werd en langzaam achttien zou worden.
(Mark Twain)

Het laatste woord is aan de ontnuchterende wetenschap.
Eeuwige jeugd is iets waar men al langer naar op zoek is, en de speurtocht naar de biologische oorzaken van veroudering staat al langer op de agenda van de wetenschap. Best mogelijk dat wij aan het verouderingsproces iets kunnen sleutelen, maar onsterfelijkheid is niet van deze wereld, en maar best ook, anders zouden wij er zelfs niet eens geweest (kunnen) zijn, al ware het maar om ons dit te realiseren. Als wij er voor de gelegenheid dan toch zijn, dan hebben we dit te danken aan de eeuwige cyclus van komen en gaan van ons, sterfelijke individuen, dragers en voortplanters van onze onsterfelijke genen.
Natuurlijke en sexuele selectie heeft er doorheen de evolutie van onze menselijke soort voor gezorgd (ook bij andere soorten was dit het geval), dat er immer beter en beter aangepaste individuen ontstonden, fit en gezond genoeg om de 'struggle for living' aan te gaan en die lang genoeg vol te houden tot hun nageslacht 'volwassen' genoeg was om de volgende cyclus voor zijn rekening te nemen. Als het aan onze genen ligt (en aan hen ligt het ook), die hebben 'geen baat bij' selectie naar blijvende fitness van ouder wordende individuen en gezien het relatief evolutionair onbelang ervan, is er in de natuur dan ook nauwelijks of niet op geselecteerd geworden.
De universele entropiewet zorgt voor het vervolg van het verhaal. De ononderbroken toevoer van energie in de fysisch onwaarschijnlijke machinerie van een levend wezen is minder en minder in staat dit bijzonder complexe systeem in stand te blijven houden. Het individu takelt af en de gevolgen kennen we allemaal: de typische ouderdomsverschijnselen die vanaf veertig-vijftigjarige leeftijd optreden, te veel om op te noemen en waarbij het gebruik van allerlei medicatie en vooral ook prothesen voor van alles en nog wat, het leven nog leefbaar moet houden (cfr. "
Ik ben op een leeftijd gekomen dat ik eerst mijn gebit en gehoorapparaat nodig heb om te vragen waar mijn bril ligt." (Turner)). Meer in het bijzonder ook vindt dit verouderingsproces plaats omdat er o.m. als gevolg van een bestendige aanval door 'vrije radicalen', fouten beginnen optreden in de informatica (het zgn. DNA) van onze cellen, 'onze' genen dus. De cellen van onze organen beschikken daardoor niet langer meer over de nodige plasticiteit voor herstel of voor het uitoefenen van hun functie zoals weleer, of ... gaan juist uit de bol door ongebreideld te gaan delen. Bij de een gebeurt het misschien wat vroeger dan bij de ander, maar als we maar oud genoeg worden krijgen we allemaal wel kanker!
Ondertussen echter wordt het individu verondersteld zijn genetisch materiaal (bij geslachtelijk voortplantenden zoals de mens, gerecombineerd met dat van de andere ouder) doorgegeven te hebben aan zijn nageslacht en de genen dáárvan gaan zich aan de lotgevallen van de genen van 'de ouders' niets meer gelegen laten. "Lang leve onze kinderen!" dus, alhoewel hún leven, vanuit het standpunt van hún genen op zijn beurt alweer niet langer hoeft aan te houden dan 'noodzakelijk' voor hun transport naar (alweer) de volgende generatie ...
Hoe was de definitie van 'de geleerde' ook al weer? "Een geleerde is niet meer dan het middel waarmee een bibliotheek een andere bibliotheek maakt." (D. Dennett in 'Darwins Dangerous Idea', 1995)

Nog een prettige (al of niet oude) dag verder.
L.B., september 2006.

Logica

Het Kretenzer syllogisme toegepast op politici. (volgens M. Eyskens (en hij zou het kunnen weten ...))

"Alle politici zijn leugenaars.
Bijgevolg liegen politici als ze zeggen dat ze leugenaars zijn.
Ze zijn dus geen leugenaars maar spreken de waarheid.
Een politicus is derhalve een wezen dat de waarheid spreekt, ook als het liegt.
"

Logica: politici zeggen natuurlijk nooit dat ze leugenaars zijn. Dit belet evenwel niet dat ze kunnen liegen, ook als ze de waarheid spreken ...

juni

Oneliners, spreuken en citaten van de maand: wereldbeeld tussen eenvoud en complexiteit

There is no sin except stupidity. (Oscar Wilde)
(Er bestaat geen zonde behalve die van dommigheid.)

For every complex problem there is a solution that is simple, neat and wrong. (H.L. Mencken)
(Voor ieder complex probleem bestaat er een oplossing die eenvoudig is, netjes en verkeerd.)

Niettemin: All models are wrong but some models are useful. (George E.P. Box)
(Alle modellen (van de werkelijkheid) zijn verkeerd, sommige evenwel bruikbaar.)

Tóch: Everything should be made as simple as possible, but not simpler. (Albert Einstein 1879-1955)
(Alles (= de beschrijving van de werkelijkheid) moet zo eenvoudig als mogelijk zijn, maar niet minder dan dat.)

In de 14de eeuw wist men het reeds: Pluralitas non est ponenda sine necessitate. (Willem van Ockham 1285-1349 (1347?))
(Lett.: Je moet geen veelvoud aannemen zonder noodzaak, ruimer ook wel: Wat uitgelegd kan worden door de minste aannames, wordt niet méér uitgelegd door meer aannames. Of nog:
Entia non sunt praeter necessitatem multiplicanda.: Men moet de zijnden [gepostuleerde objecten binnen een hypothese] niet zonder noodzaak verveelvoudigen. M.a.w. als voor een fenomeen verschillende verklaringen kunnen worden gegeven, verdient de eenvoudigste (wel 'volledige' n.v.d.r.) verklaring de voorkeur.)
Dit is het zgn. Ockhams 'scheermes' (Ockham's razor), ook wel het zuinigheidsprincipe of parsimonieprincipe genoemd. Het wordt wel eens als demarcatiecriterium gebruikt om wetenschap van onwetenschap (zgn. pseudo- of 'alternatieve' wetenschap of andere nonsence) te onderscheiden.

En ook Johan Wolfgang von Goethe (1749–1832) vond wel: In der Beschränkung zeigt zich der Meister.
(In de beperking toont zich de meester.)

Toch nog eventjes expliciet waarschuwen voor het KISS-principe: KEEP IT SIMPLE and STUPID.
(Hou het SIMPEL en (uiteindelijk ...) DOM).

Immers, al te vaak probeert domheid de wijsheid te overtroeven, waarvoor A. Einstein ook al waarschuwde:
Only two things are infinite, the universe and human stupidity, and I'm not sure about the former.

(Slechts twee dingen kennen geen einde: het universum en de menselijke domheid.
Alhoewel, van 't eerste ben ik nog niet zo zeker.
)

Logica

vraagsteller:    0 is vals en 1 is waar, correct?
antwoord:       1.
vraagsteller:    Akkoord.      ... In ieder geval?
antwoord:       1 of 0.
vraagsteller:    1 of 0.             U bent geslaagd.

mei

Oneliners, spreuken en citaten van de maand

Hoe meer een mens tot volkomen ernst in staat is, des te hartelijker kan hij lachen. (A. Schopenhauer 1788-1860)

De eenvoud heeft twee soorten vereerders: de mensen met smaak en de mensen zonder fantasie. (Ernst Hogenemser)

Er zijn maar twee soorten mensen fascinerend: zij die alles weten en zij die absoluut niets weten. (Oscar Wilde)

Ik heb wel meer spijt gehad iets gezegd te hebben, nooit dat ik gezwegen heb. (Xenocrates 396-314 v.C.)

Juist, immers: Eén overtollig woord maakt tien andere ten schande. (A. Schopenhauer, nog maar eens)

En inderdaad: De natuur heeft ons twee oren gegeven doch slechts één mond. (Benjamin Disraeli)

Neemt niet weg dat: Men gelooft eerder één oog dan twee oren. (Duits spreekwoord)

Alhoewel tóch: Negen op tien mensen verkiezen duistere denkbeelden boven duidelijke. (Etienne Rey)

Wij, Koning der Schepping

De mensheid bewoont de aarde hooguit één of een paar 100.000 jaar, ruim minder dan 0,01 procent van de geschiedenis van het leven, de laatste centimeters van de kosmische kilometer van onze planeet.

"Het ging heel goed met de wereld zonder ons, tot aan het laatste moment, en dat feit maakt dat onze verschijning
meer een toevallige toevoeging lijkt te zijn dan het hoogtepunt van een vooropgezet plan. 
Bovendien -en dat is nog belangrijker- zijn de wegen die tot onze evolutie hebben geleid
grillig, onwaarschijnlijk, niet voor herhaling vatbaar en volkomen onvoorspelbaar.
De evolutie van de mens is niet 'willekeurig'. Zij is logisch en kan, nadat ze zich heeft voorgedaan, worden verklaard.
Maar, spoel de band van het leven terug naar het begin der tijden en speel hem weer af,
en je zult nooit voor een tweede keer zoiets als een mens te zien krijgen."

Stephen J. Gould (1941-2002), paleontoloog Harvard University.

april

Prozaïsche smeekbede tot een weervrouw
(n.a.v. een koel voorjaar en de afwezigheid van Centraal Europa op de weerkaart)

Oh Sabine, oh Sabine,
geef ons ’t weer, negen op tiene.
Met depressies, geen maritieme,
en temperaturen in ‘t maxime.
En laat ons weer,
't weer, uw borsten en de Balkan ziene.
Een webreactie:

Zo te zien is er aan 't weer en aan de Balkan niet veel veranderd!
(
naam en adres bekend)
Bedoelt ge misschien Sabine haren balkan?

maart

Gedacht/wetenschap van de maand

"We wonder, ever wonder why we find us here."

Thomas Hardy, uit 'Nature's Questioning' in 'Wessex Poems and Other Verses' (1866)

"We are such stuff as dreams are made on, and our little lives are rounded with a sleep."
("Wij zijn waar dromen van gemaakt zijn, onze luttele leventjes ingebed in slaap". Vert. L. B.; het origineel mag zijn grafschrift worden)

Citaat van W. Shakespeare (1564-1616) uit The Tempest Act IV, Sc. 1 opgenomen in de uitnodigingsbrief van Wim Kayzer voor een ontmoeting met
Oliver Sacks (neuropsychiater),
Stephen J. Gould (paleontoloog, geoloog en evolutiebioloog - Harvard University),
Stephen Toulmin (fysicus & wetenschapsfilosoof),
Daniel C. Dennett (bewustzijnsfilosoof - Center for Cognitive studies, Tufts University),
Rupert Sheldrake (celbioloog en wetenschappelijk buitenbeentje) en
Freeman Dyson (fysicus - Institute for Advanced Study, Princeton),
in 'Een Schitterend Ongeluk' (1993). De gelijknamige televisieserie werd uitgezonden door de VPRO in januari 1993.

"Buiten onze schuld, en zonder enige kosmische opzet of bewuste bedoeling zijn we,
bij de gratie van een schitterend evolutionair ongeluk genaamd intelligentie,
de rentmeesters van de continuïteit van het leven op aarde geworden.
We hebben niet om die rol gevraagd, maar we kunnen hem niet afzweren.
We mogen er misschien niet geschikt voor zijn, maar we zitten nu eenmaal in het schuitje."

Stephen J. Gould (1941-2002) in 'Een Schitterend Ongeluk' (1993)

februari

Logica
Drie wetenschappers reizen van Londen naar een congres in Edinburgh. Even voorbij de Schotse grens zien ze een zwart schaap.
"Interessant," zegt de sterrenkundige, "in Schotland zijn de schapen zwart."
"Een ongerechtvaardigde gevolgtrekking." zegt de natuurkundige. "We kunnen alleen maar constateren dat er in Schotland zwarte schapen voorkomen."
"Alles wat we met zekerheid kunnen zeggen," zegt daarop de wiskundige (logicus), "is dat in Schotland minstens één schaap voorkomt dat minstens aan één kant zwart is."

Uit de New Scientist, geciteerd in Wiskunde & Onderwijs, 32ste jaargang (2006) nr. 125.